Het NEE resoneerde nog in haar lijf
Ik ontmoette haar op een van de bijeenkomsten van de CLW. Zij had een wat nerveuze en hopeloze uitstraling. Omdat ze redelijk in de buurt woonde sprak ik met haar af.
Zij vertelde haar verhaal, waaruit bleek dat instanties, o.a. de levenseindekliniek, haar niet konden helpen om in haar wens tot beëindigen van haar leven tegemoet te komen.
Er worden dan procedures gehanteerd die mensen willen behoeden voor verkeerde beslissingen.
Maar gehoord werd zij niet! Het NEE resoneerde nog in haar lijf en aura en maakte haar wanhopig.
We raakten ook aan de praat over filosofische invalshoeken en ze nam het gretig op, ik zag een honger bij haar over dit soort visies.
Dus hadden we het over ‘De cursus in wonderen’, over BDE’s en het boek van Pim van Lommel, over het boek ‘De vredige pil’, over visioenen en al die zaken waar ik bij de verhalen al zo veel heb geschreven.
Zij gaf dat eigenlijk steeds zelf aan, de behoefte aan meer zicht op leven en dood.
Haar houding werd anders, haar ogen werden helderder.
Het leven leek weer in haar te stromen.
Ze had ook nog zaken in het vooruitzicht om naar uit te kijken.
Maar daarna….ja, dan ging ze toch op zoek naar dat middel.
Prima, daarna….zien we wel weer verder, dacht ik, en als dat eindigde in een zelfgekozen dood is het goed, maar als er daarna nog iets kwam om naar uit te kijken is het ook goed.
Het maakt niet uit, het is haar weg.
Eigenlijk hoopte ik dat ze een middel tot een vredige dood zou kunnen vinden.
Het kan rust geven als je weet dat je het tot je beschikking kunt hebben…..
Heel dankbaar en blij ging ze weg.
Hoezo té jong?
In de ontmoeting met dit meisje moest ik steeds denken aan het verhaal van Anthonie Kamerling, zijn strijd met het leven dat zo mooi verwoord is door zijn vrouw Isa Hoes in het boek ‘Toen ik je zag’.
Ook dit meisje worstelende met het leven en trok zich terug in haar eigen wereld. Ze leed aan anorexia en had moeite haar zelfbeeld reëel te houden.
Er was een schare aan hulpverleners om haar heen en op de een of andere manier voelde ze daarin wel een zekere steun, maar de basale steun in haar ‘zijn’ ontbrak ten ene male.
We raakten in een mailcontact verzeild en waarom weet ik niet, ik was 68 en zij begin 20, was er contact, wezenlijk contact.
Ook hier respecteerde ik haar doodswens, maar tegelijkertijd was er een leven op dat moment dat doorging en waarin we elkaar konden raken, los van de doodswens, die overigens wel steeds doorklonk.
Ik deed een astrologisch consult en zag dat er veranderingen op komst waren, maar eerlijk gezegd, kon dat ook de dood zijn. Want wij astrologen kunnen wel zien dát er iets gebeurt, maar niet wát.
Ze kon gewoon schrijven over wat haar bezig hield, ook al was dat nog zo bizar, ze mocht van mij zijn wie ze was. En dat kwam heel zuiver bij mij van binnenuit.
Eens heeft ze voor me gekookt en dat was natuurlijk vreemd, maar dat zie je wel meer bij mensen anorexia, dat ze gefocust zijn op voeding en graag willen koken voor iemand.
Het contact verwaterde, maar zo af en toe popt het weer even op.
Ze leeft nog steeds, maar de doodswens is nog niet weg.
Voor haar hoop ik dat zij nog ver weg blijft van een middel dat haar helpt in haar wens.
Ze heeft me wel beloofd het te vertellen als het zo ver is en ik zal dan geen stappen ondernemen om haar tegen te houden. Gelukkig zijn we dan niet strafbaar, want juridisch zijn we niet verplicht om iemand die een zelfeuthanasie wil gaan ondernemen tegen te houden, tenzij er gevaar dreigt voor anderen.
Respect is mijn weg, de dood de hare.